Niet huilen
Column: Voor de klas
Columns - 6 mei 2019
- Auteur:
Iduna Paalman
Mijn neefje huilt, hij heeft verdriet. Zijn knuffel Woef is kwijt, verloren op straat. U denkt wellicht dat Woef een hond is, maar dat denkt u te gemakkelijk. Woef is een zeehond, want, zo heeft mijn neefje mij uitgelegd, “zeehondsj blaft ook!”
Hij huilt en hij huilt en hoewel er twintig andere dieren in zijn bed staan, die hem allemaal zeer liefdevol aankijken, wordt het huilen niet minder.
Meestal vind ik troosten niet zo moeilijk, maar als het iets onoplosbaars betreft, gemis dat moet slijten, dan zit ik met de handen in het haar.
“Dierentuin?” probeer ik.
Mijn neefje begint nog harder te huilen. God ja, stom natuurlijk. Daar zijn echte zeehonden, dat maakt het alleen maar erger.
“IJsje?”
Wild schudt de kleine man van nee. “Woehoehoef!”
“We kunnen het overgooispel doen, met de bal?” zeg ik.
Nu ga ik erg ver, moet ik eerlijk bekennen, want overgooien met de bal is bij mijn neefje niet zomaar ‘eventjes’ overgooien met de bal. Dat moet minstens drie kwartier worden volgehouden. Maar zelfs dat helpt niet. Mijn neefje kijkt melancholisch naar buiten, waar de lenteblaadjes veel te vrolijk en veel te groen zijn. Hij slikt.
“Woef komtsj nooit meer terug, hè Doena?”
Dit gaat te ver, denk ik. Als mijn neefje zulke catastrofale teksten gaat uitslaan, is er sprake van een noodsituatie. Dan zit er maar één ding op.
“Liefje,” zeg ik, “ken jij Erich Kästner?”
“Kesjner?”
“Een twintigste-eeuwse Duitse schrijver, doet er ook niet veel toe. En de Konjunktiv 2, zegt jou dat iets?”
Mijn neefje kijkt me ontredderd aan.
“Geeft niets,” zeg ik. “Kijk. De Konjunktiv 2 is een bepaalde Duitse werkwoordstijd, die uitdrukt dat iets zou kunnen zijn. Stel, ik wil zeggen dat als ik een boom zou zijn, ik dan in het bos zou staan. Dan zeg ik: ‘Wär ich ein Baum, stünd ich im Wald.’ Dat ‘wär’ en dat ‘stünd’, dat zijn vormen van de Konjunktiv 2. Die betekenen dus ‘zou zijn’ en ‘zou staan’.”
Mijn neefje is opgehouden met huilen, maar kijkt nog niet bepaald vrolijk.
“Nu is het zo dat Erich Kästner een troostlied geschreven heeft. Het is een speciaal gedicht, voor alle mensen op de wereld die verdrietig zijn.”
“Verdrietsjg,” zegt mijn neefje.
“Ja,” zeg ik. “Precies. En het mooie van dat gedicht is, dat het helemaal in de Konjunktiv 2 staat.”
Mijn neefje kijkt me aan alsof hij de schoonheid daarvan zou willen inzien, maar dat nog niet helemaal lukt.
“Luister.” Ik zoek het gedicht op mijn telefoon, en draag het met gepaste ernst voor.
“Spränge die Flut und ersäufte die Täler/Wüchse Vergissmeinnicht zärtlich am Bach”, lees ik. Daarbij laat ik zelf ook een traan, het is de mooiste regel uit het gedicht.
“Weet je wat dat betekent?” vraag ik aan mijn neefje. “Het betekent: ‘Zou het tij stijgen en de valleien verdrinken/zouden de vergeet-me-nietjes teder langs de beek groeien.” Nu moet ik harder huilen. Die arme Woef, denk ik. Ergens op straat, zonder ons. En straks stijgt het tij en verzuipt het dal en verzuipt Woef en zien we hem nooit meer terug. Zou hij wel weten dat we hem niet zullen vergeten?
Ik rochel met mijn neus en laat mijn tranen stromen. Het laatste couplet van het lied krijg ik niet meer uit mijn mond. Mijn neefje kijkt me verbaasd aan, fris groen lentelicht schijnt door de ruit. Dan legt hij zijn handje op mijn bovenarm. Zijn wangen zijn gedroogd, hij kijkt me opgeruimd en meelevend aan. Een klein lachje zelfs. “Niet huilen Doena,” zegt hij.
Lees meer over 'Duitse taal':
Mythes en misverstanden over talenstudies
Moet je per se leraar worden na een talenstudie? Germanist Trixie Hölsgens beantwoordt deze en andere vragen over talenstudies.
'De Duitse taal is mijn gereedschap'
Omdat het 10 oktober de Dag van de Duitse Taal is, spraken we vertalers Lotte Hammond en Ralph Aarnout over hun vak.
Een problematische beer
De Duitse minister Paus wordt voor 'Problembär' uitgemaakt, las columniste Inge Jooris in de Duitse media. Zijn haar dagen als minister geteld?
Vechten als ketellappers
De Duitse regering heeft zo veel ruzie, het lijkt wel een bende 'Kesselflicker', zei een van de ministers. Columniste Inge Jooris legt uit wat hij bedoelt.
Reacties
Je schrijft zó goed, zo léúk! Bundelboekje op komst?
Dank je wel Daan! Bundelboekje is een leuk idee!