De redders van de 'Hochkultur'
Columns - 18 oktober 2017 - Auteur: Merlijn Schoonenboom"We zijn innovatiever, creatiever, en hoeven niet per se 400 duizend doctorstitels voor onze naam hebben." De andere museumdirecteuren op het podium grinniken mee met Léontine Meijer-Van Mensch, de nieuwe Nederlandse adjunct-directeur van het Joods Museum in Berlijn. Want ja, vinden ze, eigenlijk zouden ze als Nederlander best wel ’ns de redding van de Duitse cultuurwereld kunnen zijn.
Spies, Meijer-Van Mensch, Snoep en moderator Nikolaus Bernau in debat
Terwijl in Amsterdam net bekend was geworden dat de Duitse directeur van het Stedelijk Museum opstapte, vond in Berlijn dinsdagavond een debat plaats over het groeiend aantal Nederlandse directeuren van Duitse musea. De voertaal was Duits, maar de avond in de ambassade had zonder twijfel een Nederlands-patriottische inslag. Want wat kunnen die Nederlanders dan zo goed, begon cultureel attaché Monique Ruhe, dat ze een heuse ‘invasie’ in de top van de Duitse musea vormen?
Het is een legitieme vraag, die vanzelf opkomt als je de benoemingen ziet van de laatste paar jaar. Ruhe somde er een reeks op: Edwin Jacobs van het Centraal Museum in Utrecht naar de Dortmunder U, Kris Gruijthuijsen naar het Berlijnse KW, en hier op het podium zaten, naast Meijer-Van Mensch, Nanette Snoep, sinds twee jaar directeur van de Staatliche Ethnographische Sammlungen in Dresden, en Paul Spies, voormalig directeur van het Amsterdam Museum, nu van de Berlijnse stadsmusea.
Bedrieglijk was alleen wel de nationale inslag van het thema. Want ja, er zijn veel Nederlanders bij gekomen, vooral in Berlijn, maar die zijn allerminst de enige nieuwe buitenlanders in de Duitse cultuurwereld. Sterker: de belangrijkste benoeming in Berlijn is een Brit, Neil MacGregor van het Humboldt Forum, en de meest besproken benoeming is een Belg, Chris Dercon, directeur van de Volksbühne - al is hij zijn loopbaan ooit in Rotterdam begonnen.
De vraag die dus eigenlijk gesteld dient te worden, is waarom zich de gesloten Duitse museumwereld de laatste tijd meer opent voor vreemde invloeden. Het meest heldere antwoord daarop gaf Paul Spies. Hij is bezig "met de bezoeker van de toekomst", zegt hij; met nieuwe publieksstromen, zoals migranten en jongeren. "En wij zijn hier omdat wij ons van dat soort dingen net iets bewuster zijn."
Met andere woorden: de Hollanders moeten de Duitse inhoud aan de (nieuwe) man brengen - omdat de Duitsers dat zelf niet blijken te kunnen. "De Duitse conservator is een onderzoeker die publiek alleen maar lastig vindt", zegt Meijer-Van Mensch. "Terwijl de Nederlandse en Engelse musea altijd veel meer onderwijsinstituten zijn geweest." Maar de Duitse musea móeten nu wel bewuster worden van het veranderende publiek, zegt ze, "want anders kan je over 30 jaar zelfs op het Museumsinsel in Berlijn de deuren sluiten."
Die kritische toon over de Duitse cultuurwereld is zeer welkom na de jarenlange ophemeling ervan door onder andere Johan Simons - eerst als theaterdirecteur in München, later van de Ruhrtriënnale. Simons liet geen gelegenheid voorbij gaan om te zeggen dat de Duitsers de cultuur tenminste waarderen (omdat ze zoveel geld ervoor uitgeven) en de Nederlanders cultuurbarbaren zijn (omdat ze bezuinigen).
Zo eenduidig is het nu eenmaal niet. Vooral in Berlijn bestaat er een merkwaardige paradox: de hoofdstad met zijn enorme kunstcollectie en budget is allerminst de stad waar je voor je plezier naar het museum gaat. Zelf ben ik de afgelopen jaren vaker in de Frankfurtse kunstmusea geweest, waar de lang omstreden ‘populist’ Max Hollein aan het roer stond, dan naar de Berlijnse staatsmusea. De Oostenrijker Hollein, die inmiddels naar Amerika is vertrokken, had dezelfde rol als nu de nieuwe Nederlanders zeggen te hebben.
Aan het eind was de teneur van de avond dan ook duidelijk: op het podium werd veel en gretig gelachen over oude Duitse mannen in grijze pakken met doctorstitels. Eindelijk kon men zich weer ’ns beter voelen dan de grote buren, want intellectueel praten over kunst en een groot budget blijkt toch ook niet alles te zijn. Maar na afloop vroeg je je ook wel weer af waarom die vlotte Nederlanders dan toch zo graag naar die ouderwetse Duitse cultuurwereld vertrekken.
Lees meer over 'Cultuur':
‘Duitse restitutie nazi-roofkunst moet beter’
Duitsland krijgt al jaren kritiek op zijn restitutiebeleid voor nazi-roofkunst. De regering komt nu met hervormingen.
Nieuwe generatie Nederlandse auteurs klaar voor Duitsland
Nederland & Vlaanderen zijn deze maand gastland op de Leipziger Buchmesse. Een uitgelezen kans voor auteurs zich te presenteren in Duitsland.
Deutsches Kino: Duitsland in 5 films
Oost-Duitsland speelt dit najaar in de filmreeks Deutsches Kino een belangrijke rol. Ook de moeite waard: een film over de Turkse muziekindustrie in Duitsland.
Expositie Potsdam: Nederland zoals nooit vertoond
De tentoonstelling 'Wolken und Licht' in Museum Barberini toont meer dan de bekende beelden van grote Hollandse meesters.
Reacties
Geen reacties aanwezig