Was will der 'Ossi'?
Column over het stemgedrag van Oost-Duitse kiezers

Achtergrond - 14 september 2006

(12 augustus 2002) Het stemgedrag in de voormalige DDR is de nachtmerrie van iedereen die min of meer betrouwbaar de uitslagen van de Bondsdagverkiezingen probeert te voorspellen. Meer nog dan de Wessis vertonen de Ossis zeer wispelturig gedrag en hebben zij over de verschillende verkiezingsthema's een uitgesproken, maar volstrekt onvoorspelbaar oordeel. Bij de recente deelstaatverkiezingen in Saksen-Anhalt boekte de SPD het grootste verlies sinds 1950, de CDU won in één klap vijftien procent en de dood gewaande FDP haalde met 13,5 procent het beste resultaat ooit in een oostelijke deelstaat.

De Oost-Duitse kiezer geeft én neemt met groot gemak. Nog meer dan in het Westen geldt in het Oosten het motto: "Zo gewonnen zo geronnen". Dit kiezersgedrag geeft de verkiezingen een onvoorspelbaar karakter en maakt het soortelijke gewicht van de Oostelijke kiezers groot. Gezien de kleine verschillen in de peilingen is het stemgedrag van de Ossis van belang. De vraag is echter: wat wil de Oost-Duitse kiezer en welke thema's beïnvloeden zijn stem? Is er wel iets zinnigs te zeggen over de Oost-Duitse kiezer?

Wantrouwen
 De Oost-Duitsers kunnen in september al weer voor de vierde keer hun stem uitbrengen voor de Bondsdag, maar de kiezer in de neue Bundesländer verandert nog al eens van mening. Dat maakte de verkiezingen moeilijk voorspelbaar. De verklaring voor deze onvoorspelbaarheid ligt in het verleden.

In de eerste plaats zijn de Oost-Duitsers door hun DDR-verleden minder gebonden aan een bepaalde partij. Disciplinering door de Duitse variant op de verzuiling is hen vreemd. Ten tijde van de DDR mocht Willy Brandts SPD zich in een grote sympathie verheugen, maar dit electorale kapitaal werd in 1990 door de toenmalige SPD-kandidaat Oskar Lafontaine in enkele maanden tijd volledig verkwanseld. Hij vond de eenwording te duur, dat werd hem niet in dank afgenomen. Kohl beloofde hen daarentegen heel veel: namelijk blühende Landschaften binnen vijf jaar. Dat was natuurlijk onzin, maar sindsdien hebben de Oost-Duitsers ook een stevig wantrouwen ten aanzien van de christen-democraten. Het resultaat is dat de Ossis ongehinderd door tradities per verkiezingen hun stemgedrag opnieuw bepalen.

De calculerende kiezer

In de tweede plaats stemt de Oost-Duitse kiezer zeer calculerend. De partij die typische Oost-Duitse vraagstukken overtuigend naar voren weet te brengen heeft een streepje voor. Wat zijn de vraagstukken die de Oost-Duitsers het meeste bezighouden? Twee thema's domineren de verkiezingen. In de eerste plaats is dat de vraag, welke partij met het meeste succes de Fortuyn-kaart gaat uitspelen en in de tweede plaats is dat de economie en het creëren van nieuwe banen. Beide thema's spelen in de neue Bundesländer een zeer grote rol.

De Fortuyn-kaart

De PDS, opvolger van de SED, is landelijk klein (vier procent), maar in de neue Bundesländer haalt de partij maar liefst een aandeel van ruim twintig procent. Oudere Oost-Duitse kiezers zien deze partij als de garantie voor de rechtsposities van de Ossis en kampioen van de pensioenrechten voor trouwe dienaren van het SED-regime. Jongeren gebruiken de PDS als proteststem. Bij vorige verkiezingen hoefde de PDS de kiesdrempel van vijf procent niet te vrezen. Zodra in een drietal kiesdistricten de absolute meerderheid werd behaald, was de drempel namelijk niet meer van toepassing. Dankzij een aantal Oost-Berlijnse districten lukte dat zonder al te veel problemen. Door een bestuurlijke herindeling van Berlijn zijn sommige districten uit Oost en West samengevoegd, dat maakt de positie van de PDS een stuk minder comfortabel.. Maar als troost krijgt ook de PDS van mij vijf procent.

De liberalen
De FDP is de liberale partij. In Nederland hebben links- en rechts-liberalen ieder hun eigen partij: D66 en de VVD. In Duitsland zitten ze samen in één partij en maken sinds 1949 ruzie. Momenteel heeft de rechts-populistische vleugel de touwtjes in handen. Westerwelle en zijn lastige tweede man Möllemann roeren zich heftig. Zeker vanuit de hoek van Möllemann is nog wel enig vuurwerk te verwachten. De FDP had altijd in het Oosten weinig aanhang, maar daar lijkt verandering in te komen. Het nieuwe leiderschap en vooral de nieuwe stijl heeft de partij het imago van 'jong' en 'economisch competent' gegeven. Mede hierdoor zou de FDP voor verassingen kunnen zorgen. Met de nieuwe koers en de neue Männer is winst te boeken, juist in het Oosten. De brede gestreepte stropdassen hebben ze al, nu nog de stemmen! We geven de FDP daarom dan ook niet minder dan vijftien procent.

De SPD
Het wordt een nek-aan-nek race tussen de SPD en de christen-democraten. Landelijk liggen hun percentages iets onder de veertig procent. Maar in het Oosten is dat al gauw toen procent minder, de PDS neemt hier immers rond de twintig procent van de stemmen weg.

Schröder heeft er economisch een potje van gemaakt. De werkloosheid is nog steeds hoog: landelijk bijna tien procent en ligt in het Oosten bijna twee keer zo hoog! Geïnspireerd op het poldermodel moest zijn Bündnis für Arbeit een banenmachine worden, maar het leverde alleen maar nog meer conflicten tussen werkgevers en werknemers op. Schröder heeft bij zijn aantreden de problemen in het Oosten tot Chef-Sache verklaard en maakt elke zomer een tournee door de neue Bundesländer. Maar het nuttigen van Thüringer Bratwurst en het wegklokken van het onvolprezen Radeberger-bier heeft nog betrekkelijk weinig opgeleverd. Een lichtpuntje voor Schröder is dat zijn tegenstander Stoiber ongelooflijk saai is. Schröder niet, hij is de geboren televisie-persoonlijkheid. Daarom kan Schröder zich nog steeds in een grote populariteit verheugen, ook al is zijn partij wat in de versukkeling geraakt. Wij geven Schröder op basis van zijn 'kanselierspremie' en bedrevenheid in de 'Politainment' wat meer dan de opiniepeilers en gunnen hem veertig procent.

Christen-democraten: "von Bayern lernen heisst siegen lernen."
Stoiber komt uit de CSU en dus uit Beieren en dat is een nadeel en een voordeel. Enerzijds is het makkelijk voor Schröder om zijn tegenstander af te schilderen als een obscurantistische en onbeholpen provinciaal. Stoiber doet er alles aan om die vooroordelen te bevestigen. Anderzijds is Beieren op alle fronten de meest succesvolle deelstaat: de laagste werkloosheid, de laagste criminaliteit, de hoogste inkomens en zelfs ook nog het beste onderwijs. Dit zijn juist de thema's die in het Oosten spelen: achterblijvende economische groei, zorgen over de kwaliteit van het onderwijs en een hang naar law and order. Met een kleine variant op de Oost-Duitse propaganda is de leuze: Von Bayern lernen, heisst siegen lernen. Vanwege het onmiskenbare succes van Stoibers Laptop und Lederhosen-doctrine en de levensgrote mogelijkheid, dat juist zijn partij de Fortuyn-kaart gaat uitspelen, verwacht ik dat de christen-democraten het in de neue Bundesländer heel goed gaan doen. Daarom mag de hardwerkende Beier volgens mij op veertig procent rekenen.

Wat te doen na de verkiezingen?
In totaal heb ik 105 procent uitgedeeld. Dat is iets te ruimhartig, maar schept wel duidelijkheid. Vraag is, wat er na de verkiezingen gaat gebeuren. Formaties duren in Duitsland een week of twee en daarna kiest de Bondsdag de bondskanselier, zo gaat dat in beschaafde landen. Welke combinaties zijn mogelijk en welke zeker niet? De combinatie rood-rood of rood-rood-groen lijkt echt uitgesloten te zijn. De ervaringen in Berlijn en Magdeburg zijn slecht en landelijk kan Schröder het zich niet veroorloven de PDS op deze manier te rehabiliteren. Voorzetting van rood-groen is mogelijk, maar staat beslist niet centraal in de campagne. Schröder dekt zich zelfs in tegen een ondergang van de Grünen. Daarom sluiten de SPD en de FDP een rood-gele combinatie niet uit, maar echt gepassioneerd wordt ook die niet nagestreefd.

Hoge ogen gooit zwart-geel, christen-democraten samen met de onvermijdelijke liberalen. Dat zou wel eens de nieuwe regering kunnen zijn wanneer Stoiber en vooral de FDP geen gekke dingen gaan doen... De laatste mogelijkheid is een Große Koalition, dus een rooms-rode coalitie. Dat zou gezien de enorme problemen niet zo gek zijn, maar druist tegen de Duitse politieke cultuur in. De enige keer dat een dergelijke regering bestond was in de periode 1966-1969. Deze coalitie was de oorzaak van veel spanningen en het ontstaan van de Außerparlementarische Opposition. Toch wordt te vaak vergeten dat dit een relatief succesvolle regering was: een financiële sanering, hernieuwde economische groei en niet te vergeten het begin van de later zo succesvolle Ostpolitik. Maar helaas, Duitse politici houden niet van consensus en zeker niet van compromissen. Niet voor niets heet een compromis in de Duitse politiek nog steeds ein fauler Kompromiß.

Troost
Nu ja, het zal zeker spannend worden en de opiniepeilers putten zich uit in alle mogelijke varianten en draaiboeken. Maar hoe het ook afloopt, de Oost-Duitsers hebben één troost: uit alle opiniepeilingen blijkt in ieder geval dat zij van alle Duitsers het meest opwindende en bevredigende seksleven hebben!

Dr. Willem Melching is universitair docent Nieuwste Geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam

Klik hier voor de standpunten van de partijen ten opzichte van de nieuwe deelstaten.

 

Reacties

Geen reacties aanwezig

Maximaal 500 tekens toegestaan

top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger