De 'Ostpolitik' van Willy Brandt
BRD Ostpolitik en RAF: 1966-1982
Met de socialist Willy Brandt op Buitenlandse Zaken sloeg de BRD een geheel nieuwe weg in ten aanzien van de DDR: de Ostpolitik. De betrekkingen met het communistische deel van Duitsland werden versoepeld. Ook de relatie met Moskou werd versterkt: dit was volgens Brandt en zijn strateeg Egon Bahr de sleutel tot hereniging.
Brandt was een voorstander van voorzichtige toenadering. Daarom sloot hij verdragen met verschillende Oostbloklanden.
De bouw van de Berlijnse Muur in 1961 en de lauwe reacties hierop van de westerse bondgenoten hadden het failliet aangetoond van Adenauers starre ontkenningspolitiek. De status quo kon alleen worden doorbroken door een voorzichtige toenadering - Wandel durch Annäherung - van de BRD tot de DDR, Oost-Europa en vooral de Sovjet-Unie. Deze visie, de zogeheten neue Ostpolitik, was ontwikkeld door Willy Brandt en zijn adviseur Egon Bahr.
Willy Brandt is een van de meest markante figuren in de Duitse naoorlogse politiek. Als jonge socialist vluchtte hij voor de nazi’s naar Scandinavië. Na de oorlog viel hij binnen de SPD op door zijn charme, talenkennis en internationale blik. Van 1957 tot 1966 was hij burgemeester van West-Berlijn, waar hij zich een energiek bestuurder toonde en grote populariteit genoot.
Brandt meende dat de eenwording dichterbij zou komen door de Duitse deling de facto te erkennen, de relaties met de DDR te verbeteren en het vertrouwen te winnen van de Sovjet-Unie. Wel moest de Ostpolitik behoedzaam worden gevoerd, want de samenwerking met de VS en West-Europa mocht niet in gevaar komen.
Tijdens de Grote Coalitie werden de eerste voorzichtige stappen gezet door Willy Brandt. Door het aanknopen van diplomatieke betrekkingen met Roemenië (1967) en Joegoslavië (1968), twee landen die de DDR hadden erkend, werd afscheid genomen van de Hallstein-doctrine. De Ostpolitik zou pas goed op gang komen toen Brandt in 1969 de macht naar zich toe trok.