Duitslandweb logo Duitslandweb

Taaldorp met 'Prügelei'

Columns - 6 juli 2017 - Auteur: Iduna Paalman

We doen een taaldorp met fysiek geweld. Bij de Konditorei een flinke stomp, Briefmarken kopen met een klap in je gezicht, een Kinokarte reserveren onder dreigend gesis. Hoe dat precies in zijn werk gaat? Nou, zo:

Taaldorp met 'Prügelei'
© Goethe Institut Amsterdam

De tafeltjes zijn mager versierd met gekleurde A-4tjes, waar een locatie op staat vermeld. Daaronder in krullerige letters de achternamen van mij of van een van de twee lieve stagiaires die gekomen zijn om mee te helpen met het taaldorp (een rollenspel waarbij een buitenlands dorp wordt nagebootst). Touristinformation, Frau Paalman, staat er op mijn papiertje. Om mij heen liggen wat Stadtpläne en infofolders. Ik zit al goed in mijn rol.

“Wissen Sie wo hier, eh, bezienswürdegkeiten?”, stamelt een meisje van het derde groepje dat aan mijn tafel is gearriveerd.
“Ah, Sie wollen wissen, ob es hier interessante Sehenswürdigkeiten gibt?” zeg ik te snel. Mijn collega heeft me verteld dat ik tijdens een taaldorp de leerlingen eerst even flink moet laten bungelen. Dat gaat me nog slecht af.
“Ja eh Sehenswürdigkeiten ja.” Het meisje kijkt me met grote ogen aan. De vriendinnen links en rechts van haar lijken ook niet van plan iets te zeggen. Ik begin te ratelen over een prachtige Kirche hier um die Ecke.
“Kann ich dort eine Bootrundfahrt machen?” vraagt het rechter meisje, zichtbaar opgelucht dat ze iets van de Redemittel onthouden heeft.
“In der Kirche??” vraag ik. “Eine Bootrundfahrt in der Kirche? Wirklich?”
Net als de meisjes dapper beginnen aan een verduidelijking (“Nein Mefrau kein Bootrundfahrt in de Kirche, aber um de Kirche heen! In das Wasser um de Kirche! Hoe kommen we dort?”) hoor ik een bonk. Met een ruk draai ik me om. En daar treedt het fysieke geweld met dwingende schreden ons idyllische minidorp binnen.

Columnserie 'Voor de klas'
Docenten Duits zijn schaars. Met verschillende initiatieven wordt geprobeerd het vak aantrekkelijker te maken. Duitslandweb volgt beginnend docent Duits Iduna Paalman die over haar leservaringen schrijft.

In welke gedaante? Nou, het lijkt verdacht veel op de gedaante van twee vechtende jongens. Vuile klootzak, hoor ik. Blijf van me af. Bam. Wacht even, het zijn twee vechtende jongens. Eén seconde lang is het wit en stil in mijn hoofd. Dan mompel ik zachtjes: “Ach du Scheiße”, omdat ik dat zo’n leuke (en soapy) uitdrukking vind. En dan besef ik wat er aan de hand is. Er wordt gevochten. In mijn taaldorp.

Ik veer overeind en stuif op de jongens af. De één is net bezig om de nek van de ander in een soort arm-wielklem te leggen. Ik trek ze uit elkaar. Een stagiaire geeft een gilletje.
“Blijf van me af!” gilt de ene jongen.
“Ruhig”, zeg ik, “ruhig, ruhig.”
De jongens reageren niet en blijven met hun armen naar elkaar maaien.
“Hee, ophouden, rustig! Rustig!” roep ik. 
De twee stagiaires staan met open mond te kijken. Dit gebeurde niet op de Duitse stedelijke gymnasia waar ze als kind naar toe zijn geweest.
De andere jongen is aan een scheldkanonnade begonnen. Dan haalt hij, rakelings langs mijn hoofd, uit naar zijn tegenstander en geeft hem een stomp tegen zijn kaak. Ik schrik opnieuw. Dit is al lang geen onschuldig stoeipartijtje meer, en gebeurde ook niet op de school waar ik als kind naartoe ging. Hier moet hulp bij komen. Ik gebaar naar de stagiaire, die het begrijpt en naar de conciërge holt.

Als de conciërge – een man als een heftruck die de jongens zo op zijn vorken kan spiesen – het vechtduo heeft meegenomen en ik de rest van de leerlingen geruststellend heb toegesproken, kan het taaldorp worden hervat.
“Eh, wo waren wir?”, vraag ik de meisjes van net bibberig.
“Bei der Bootrundfahrt durch die Kirche”, zeggen ze, en giechelen voorzichtig. Naast me nemen de stagiaires hun plek weer in bij de Konditorei en de Kino. Om me heen hoor ik leerlingen Duitse volzinnen ratelen. Alsof de Prügelei (ook al zo’n soapy woord) ze heeft gereset naar de Duitse fabrieksinstellingen:
“Wo können wir ein Taxi nehmen?” vraagt het middelste meisje.
“Ich leihe lieber ein Fahrrad, ist das auch möglich?” zegt de linker.
“Die Kirche ist nicht weit, sehe ich hier auf dem Stadtplan”, besluit het derde meisje, “ist es weit zu laufen?”

Tags: onderwijs, Duits, taal

Reacties

Guusta Hofman - 15 juli 2017 13:34

Zo herkenbaar!, prachtig verhaal en mooi initiatief

Reageer
Iduna Guusta Hofman - 18 juli 2017 15:58

Dankjewel Guusta!

Maximaal 500 tekens toegestaan

Lees meer over 'Duitse taal':

Mythes en misverstanden over talenstudies

Mythes en misverstanden over talenstudies

Moet je per se leraar worden na een talenstudie? Germanist Trixie Hölsgens beantwoordt deze en andere vragen over talenstudies.


Lees meer

'De Duitse taal is mijn gereedschap'

'De Duitse taal is mijn gereedschap'

Omdat het 10 oktober de Dag van de Duitse Taal is, spraken we vertalers Lotte Hammond en Ralph Aarnout over hun vak.


Lees meer

Een problematische beer

Een problematische beer

De Duitse minister Paus wordt voor 'Problembär' uitgemaakt, las columniste Inge Jooris in de Duitse media. Zijn haar dagen als minister geteld?


Lees meer

Vechten als ketellappers

Vechten als ketellappers

De Duitse regering heeft zo veel ruzie, het lijkt wel een bende 'Kesselflicker', zei een van de ministers. Columniste Inge Jooris legt uit wat hij bedoelt.


Lees meer


top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger