Met de Muurbrekers over de Spree
Inladen Berlijnse Muur vergt improvisatievermogen
Achtergrond - 4 september 2014
- Auteur:
Krijn Thijs
Het waren de dagen van de waarheid voor het Muurbrekers-project. Vorige week kwamen de historische zeilboten aan in Berlijn om enkele segmenten van de Muur op te halen. Historicus Krijn Thijs was erbij en deelt zijn ervaringen.
Het Wallbreakers-project is een soort Aktionskunst, bedoeld als bijdrage aan het jubileum van de val van de Muur op 9 november, als verwijzing naar bestaande grensmuren overal ter wereld en ook als ode aan een illustere Nederlandse zeiltocht naar het toen nog gedeelde Berlijn in 1987. Lees hier het eerdere artikel over het project.
Originele plannen dus, en al wonderwel goed op weg. Dit weekend zou puntje bij paaltje komen: nu moest de Muur aan boord. Initiator en organisator Willem Plet (28) had vier schippers zo ver gekregen de reis aan te gaan, daaronder zijn eigen ouders in de skûtsje Deo Volente (1910). De muurdelen stonden klaar bij een bouwfirma ten zuiden van Berlijn. Een zware vrachtauto met kraan zou ze naar een kade rijden en op de boten hijsen. Op vrijdagavond was dan de presentatie in Berlijn gepland, met een ontvangst door de Nederlandse ambassadeur in Berlijn en de burgemeester van stadsdeel Mitte.
Een stevig bord kapucijners
De schepen zijn al in Berlijn als ik donderdag in de trein stap, om als historicus een bijdrage te leveren aan het publieksprogramma. Onderweg sms ik Plet: zijn jullie al aan het hijsen en waar vind ik jullie straks? Er volgt een slecht verstaanbaar telefoongesprekje: plannen veranderd, je vindt ons bij een botenhijskraan ergens langs het Adlergestell, kom daar maar heen. Juist ja. Het Adlergestell is de langste straat van Berlijn, in feite een snelweg van 12 km. Je kunt hem moeilijk aflopen, weet ik waar daar ergens een botenhijskraan staat? Maar aan het eind van de dag blijken de schepen vredig in het historische haventje van Berlijn te liggen, tegenover de Nederlandse ambassade, maar zonder muurdelen. Ik rol daar vanuit de trein zo naar binnen en zit even later bij Plet aan boord van de Deo Volente. Achter Willem blijkt een complete familie te staan: zijn vader, moeder, broer en zus zijn ook aan boord en spannen zich voor Muurbrekers in. Ook lopen er overal vrienden en vriendinnen te sjouwen. Ik val met mijn neus in de boter en kan meteen aanschuiven voor een stevig bord kapucijners. De familie Plet is intussen zo'n twee weken onderweg.
Maar waar is nu de Muur? Het bleek dat de gehuurde vrachtauto die ochtend bij een ongeluk betrokken was geraakt en uitviel. Er kwam wel vervanging, maar eentje zonder hijskraan. Behalve vertraging betekende dat een groot praktisch probleem: hoe kwamen die muurdelen nou aan boord? Via via bleek er in Berlijn-Adlershof, voorbij Köpenick, een botenfirma met grote hijskraan te zijn, die kon helpen. Locatie aan het Teltowkanaal, op de kruising met het Adlergestell (aha), maar voor vandaag was het allemaal te ver en te laat geworden.
De onhandelbare Muur
Nu komt alles op de laatste dag aan, de dag van de ontvangst door de stad en de ambassade. Plan is om vrijdag vroeg de Spree op te varen en te hopen dat het dan allemaal in een keer lukt. Berlijn is groot. De ca. 20 km van Mitte naar Adlershof zullen zo'n twee uur duren, de terugweg ook, dus er blijven maar enkele uurtjes over voor het laden van de muurdelen, willen we tegen vijven terug zijn. En het gedraai aan kades met af- en aanleggen vergt tijd, laat staan het onwennige takelen van de Muur.
Het probleem van de muurdelen is niet zozeer hun gewicht van 2,7 tot 4 ton (L-stuk resp. T-stuk) – althans, niet voor de zeilboten. Hoe vaak heb ik deze dagen niet gehoord wat zo'n oude tjalk of skûtsje kan hebben? 30 of 40 ton, liefst suikerbieten, turf, mest of vaten rum, die goed over het ruim te verdelen zijn. Maar stukken Berlijnse Muur zijn nogal onhandelbaar. Het lastige is dat hun gewicht op één plek terechtkomt (dus uitkijken met de balans van het schip) en dat ze niet in losse kistjes over de loopplank aan boord komen, maar met één zwaai van een enorme hijskraan, die dus vier ton aan moet kunnen.
Tocht langs de Spree
Vrijdagochtend vroeg begint de tocht over de Spree naar Adlershof. Ik waag een poging als waterstadsgids en kom erachter dat het vanaf de Spree nog niet zo gemakkelijk is om bijvoorbeeld het verloop van de vroegere grens aan te wijzen. We varen om negen uur langs een nog stille East Side Gallery – daar staat-ie nog, de Muur, maar zijn dagen lijken ook hier geteld, zwaar onder druk door dure woon- en businesstorens die aan het water willen staan. Onder de Oberbaumbrücke door, langs het verwaarloosde Spreepark, later langs de AEG-hallen in Schöneweide, dan door Köpenick, en uiteindelijk rechtsaf het smalle Teltowkanaal in. Na een kilometer tekent zich een enorme hijskraan af. Bingo.
De eigenaar blijkt nauwelijks geïnformeerd en heeft er weinig trek in. Sceptische blik op de schepen. Moeten daar muurdelen in? Jullie hadden toch zelf een hijskraan bij je? Even later arriveert de vrachtwagen (zonder takel) met twee enorme T-stukken Muur achterop, bestuurd door een zekere Vladi. En nog wat later komt ook Peter, de kraanbestuurder, aangelopen, met een bedieningspaneel om zijn middel. Hij hijst normaal alleen schepen in en uit het water. Vol ongeloof staan Vladi en Peter naar de historische boten te kijken. Weten jullie hoe zwaar die muurdelen zijn? Ja, weten we, de boten kunnen 30 ton koeienmest aan. Peter en Vladi grijnzen en klimmen met kabels de vrachtwagen op. Ze krijgen er schik in.
Millimeterwerk
Het feest gaat beginnen, de Deo Volente ligt langs de kade, half ontmanteld, de giek losgekoppeld, allerlei touwen naar boven losgeknoopt om plaats te maken voor de arm van de hijskraan. Breedte van de laadopening: 2,40 m. Even vlug die muurdelen nog eens opmeten, wat zien die er opeens verschrikkelijk groot uit – krijg nou wat, de breedte van het voetstuk: 2,40 m!! Klopt dit wel? Wat een afgang! Ze zouden er toch gemakkelijk in passen? Na enig heen en weer blijken de T-stukken en de L-stukken verwisseld - de Deo Volente had een L-stuk moeten krijgen (breedte 1,80). Toch proberen? De hele familie Plet staat naar de Muur, de kraan en het eigen skûtsje te kijken, een beetje bleekjes rond de neus. De tijdsdruk is enorm. Toch proberen? Ja natuurlijk, vooruit met de geit. Er worden stukjes tapijt over de rand van het laadruim gelegd, als een soort schoenlepel ter bescherming van de krappe stalen laadopening. Peter gaat aan boord. Hij bedient de joysticks op zijn buik, trekt de Muur de lucht in en hangt hem boven de Deo Volente. De spanning stijgt. Op de brug van het Adlergestell stappen fietsers af om te kijken. Tergend langzaam gaat het stuk naar beneden. Nerveus houden de Pletten de vinger aan het betonnen monstrum. De Wall of het schip, wie keert wie?
Het is letterlijk op de centimeter – maar het past. Langs het tapijtje glijdt de Muur naar binnen. Op slag is het donker aan boord: de Muur deelt het ruim precies in tweeën (ik onderdruk een flauwe parallel met 1961). Vlug het schip weer optuigen en plaats langs de kade maken voor de steilsteven Ebenhaezer (1924) van Kees van ‘t Hof, die ook in 1987 al mee was naar West- en Oost-Berlijn. De Ebenhaezer is groot en breed, maar de laadopening aan de korte kant. Na enig wikken en wegen lukt het hier ook – Van ‘t Hof heeft nu een stuk van de Muur in zijn woonkamer staan. Kraanmachinist Peter beleeft een prachtige middag met zijn joysticks en dit merkwaardige millimeterwerk. Die heeft wat aan zijn maten te vertellen dit weekend… Terwijl de vrachtwagen terugrijdt om nieuwe lading te halen voor de Res Nova, die nog klaar ligt, vertrekt de Deo Volente vlug weer terug naar Mitte, zodat er in elk geval één schip met muur op tijd is om de ambassadeur te ontvangen.
De buik vol van de Muur
Dus terug de Spree op, volle kracht vooruit. Het regent nu lichtjes en ik blijk definitief een weinig zeewaardige landrot, met veel praatjes en verkeerd schoeisel op de nu spekgladde voorplecht. De stemming is opperbest. Luid wijzen de schippers erop dat de boot nauwelijks meer diepgang heeft dan op de heenreis - wie maalt er nou over een ladinkje van vier ton? Weer varen we langs de East Side Gallery, waar het nu wemelt van de toeristen. Vriendelijk wuiven ze naar ons. Ze moesten eens weten wat er hier in het ruim ligt. Ruim op tijd arriveren we weer in Mitte.
Om 18 uur haalt de Deo Volente de ambassadeur op aan de overkant. Volgens een lange traditie overhandigen de Nederlanders tulpenbollen en zakken mest aan de stad Berlijn, en een schilderij van het koningspaar. Precies tijdens de ceremonie komen ook de Ebenhaezer en de Res Nova aangevaren, allebei hun buik vol van de Berlijnse Muur.
FestiWall
De volgende dagen wordt het Berlijnse Hafenfest gevierd (tot groot vermaak van de Nederlandse schippers vindt Berlijn zichzelf een echte waterstad, met een enorm ontwikkelde maritieme cultuur). De Nederlanders zijn eregasten en de ontvangst is allerhartelijkst. De Muurbrekers hebben een tentoonstelling ingericht. Zaterdagavond geven ze een groot feest en zondag is er met dank aan Berlijnse Avonden, een culturele vereniging voor iedereen in Berlijn en omstreken die het Nederlands beheerst, een levendige discussiemiddag over de tocht van 1987, met Zeitzeugen, sterke verhalen en een enkel historisch feit.
De komende tijd varen de schepen terug naar Nederland. Gunstig was de grote aandacht van Nederlandse en Duitse media, want de deels door Nederlands-Berlijnse kunstenaars beschilderde stukken muur hebben nog geen vaste bestemming. Eentje wordt op 9 november naar de Melkweg in Amsterdam gevaren, waar het Duitsland Instituut Amsterdam een FestiWALL aan het jubileum van 1989 wijdt. Verder is er wel veel belangstelling, maar nog geen definitieve afnemer die de schepen bij aankomst van hun zware lading verlost... Dus als u nog een origineel cadeautje voor uw jarige buurman zoekt?
Lees meer:
Berlijn en Hamburg vind je ook in Suriname
Veel Duitsers wisten vanaf de 17e eeuw hun stempel te drukken op de Nederlandse kolonie Suriname. 'Ze waren graag geziene gasten.'
Een mondiale blik op de Duitse geschiedenis
Wat levert het op als je de Duitse geschiedenis vanuit een mondiaal perspectief bestudeert? Daarover spraken historici in Amsterdam.
Duitse keizer Wilhelm II was 'kolonialer' dan gedacht
Onderzoek naar persoonlijke spullen geeft een inkijkje in het koloniale wereldbeeld van de laatste Duitse keizer.
Graphic novels: herdenken in stripvorm
Aansprekende stripromans kunnen worden ingezet om een nieuwe generatie te vertellen over de oorlog. Interview met NIOD-onderzoeker Kees Ribbens.
Reacties
Geen reacties aanwezig